In elke sector kun je de vraag stellen of hoofdaannemers en onderaannemers gezonde afspraken met elkaar kunnen maken over uitvoering en onderlinge betaling. Wanneer ze, in een tijd van personeelstekort of vanwege professionele taakverdeling, steeds afhankelijker worden van elkaar zal het voor onderaannemers steeds makkelijker worden. Daarnaast worden hoofdaannemers er zelf ook steeds meer afhankelijk van. Een ontbrekende of ontevreden onderaannemer maakt dat het product of dienst voor de opdrachtgever minder goed of niet geleverd kan worden. Dan kun je niet inschrijven op de opdracht, je moet hem teruggeven of je verzandt in legio rechtszaken met de opdrachtgever.
Vertrouwelijkheid
Vaak verschuilen partijen zich achter de vertrouwelijkheid van contracten. Een opdrachtgever heeft daar eigenlijk niets mee te maken. Gelukkig zijn er sectoren die aandacht vragen voor deze relatie. Zo ook in het doelgroepenvervoer en zorgvervoer. Het
Aanbestedingsinstituut Mobiliteit (AIM) is een instituut waarin werkgevers (KNV) en bonden (FNV/CNV) samenwerken aan het verbeteren van aanbesteding en contractering van doelgroepenvervoer en zorgvervoer. Het AIM schrijft o.a. het volgende over de relatie hoofdaannemer en onderaannemers.
AIM
“Relatie hoofdaannemer-onderaannemer
Het is ook van belang stil te staan bij de relatie hoofdaannemer – onderaannemer. Een aanbestedende dienst kan niet verlangen dat een aanbieder het vervoer volledig zelf doet. Maar een aanbestedende dienst kan wel aangeven dat een aanbieder die met onderaannemers wil gaan werken dat vooraf kenbaar maakt. Ook beveelt het AIM aan dat de aanbieder die met onderaannemers gaat werken, na gunning inzage geeft in de prijzen die de onderaannemer betaald krijgt. Bij een tarief per voertuig (bv routevervoer) zou aanbesteder als richtlijn kunnen hanteren dat een onderaannemer tenminste 90% van de door de hoofdaannemer aangeboden prijs moet krijgen mits deze onderaannemer ook de planning verzorgt en 75% indien de planning door de hoofdonderaannemer wordt gedaan. Bij een tarief per gebruiker (bv vraagonafhankelijk vervoer) is dit moeilijker te handhaven. Een hoofdaannemer kan er ervoor kiezen om hele korte of minder rendabele ritten weg te geven zodat er toch een onwenselijke situatie voor de onderaannemer ontstaat.
Onderaannemer en bestekeisen
Verder beveelt het AIM aan dat in het bestek is opgenomen dat de hoofdaannemer verantwoordelijk is voor de werkzaamheden van ingeschakelde onderaannemers en dat onderaannemers voldoen aan de voor hun deel van de werkzaamheden gestelde kwaliteitseisen.
Wisseling van onderaannemers
Het AIM beveelt aan dat bij wisseling van onderaannemers gedurende de looptijd van het contract, vooraf eerst goedkeuring van de aanbestedende dienst nodig is. En dat de aanbestedende dienst daarbij oog heeft voor: behoud van betrokken werknemers.
Betalingstermijnen onderaannemers
Tot slot beveelt het AIM aan dat de aanbestedende dienst oog heeft voor de betalingstermijnen die gehanteerd worden. Wettelijk is geregeld dat de factuur uiterlijk 30 dagen na ontvangstdatum door de opdrachtgever moet worden voldaan. In de relatie hoofdaannemer – onderaannemer adviseert AIM een termijn van 14 dagen te hanteren. De praktijk is echter nogal eens anders, met alle gevolgen van dien.”
Handhaving en termijn
Wanneer je dit leest, dan denk je misschien dat de vlag uit kan. Een sector die het inziet en er werk van maakt. Een voorbeeld voor allen. Op papier en vanuit overkoepelende organisaties zoals AIM is dat zeker zo.
Het AIM schrijft dit om opdrachtgevers zover te krijgen, dat ze bindende voorwaarden opleggen. De branche krijgt het uit zichzelf moeilijker voor elkaar. Er zijn 2 punten in dit stuk waarin duidelijk staat dat er van gezonde doorbetaling, lees prijsafspraak met onderaannemer, niet altijd sprake is. Vooral de punten ‘handhaving doorbetaling bij tarief per gebruiker is moeilijker te handhaven’ en ‘betalingstermijn’ wijzen daarop.
Opdrachtgevers willen best
Er zijn opdrachtgevers die de aanbevelingen van het AIM op het gebied van doorbetaling tarieven en betalingstermijnen overnemen. Het ligt juridisch wel gevoelig of een opdrachtgever mag “ingrijpen” in het contract tussen 2 andere partijen en daar eisen aan kan stellen, maar klaarblijkelijk moet het wel want de branche vraagt erom.
De opmerking ‘handhaving doorbetaling tarief moeilijker bij tarief per gebruiker’ stemt tot nadenken. Wanneer je hier over doorpraat wordt dat technisch uitgelegd en dan wordt daar begrip voor gevraagd. De opdrachtgever moet dan maar de andere keuze maken: geen tarief per gebruiker.
Eigenlijk is dat best vreemd. Veel opdrachtgevers schrijven in de uitvraag dat hoofdaannemers moeten inschrijven met een prijs die minimaal de kostprijs dekt. Om te voorkomen dat bedrijven onder de prijs gaan rijden. En dan ontstaat er in de contracten met de onderaannemers wel het gevaar dat die op onrendabele opdrachten worden ingezet? Die moeten dan wel onder de kostprijs of financieel ongezond gaan rijden, toch? Omdat de hoofdaannemer de eis van ‘minimaal kostprijs’ niet doorlegt naar het contract met de onderaannemer of omdat dat technisch moeilijker is? De opdrachtgevers stellen de ‘eis minimaal kostprijs als geldend voor alle vervoer’, dus ook voor dat deel waar onderaannemers voor worden ingezet.
Samen
Eigenlijk zou je het ook heel praktisch kunnen uitleggen. In deze tijd van personeelstekort zijn hoofdaannemer en onderaannemer meer op elkaar aangewezen dan ooit. De goede uitvoering van contracten is afhankelijk van deze samenwerking. Hoe komt het bij een opdrachtgever over wanneer een hoofdaannemer aankomt met het argument dat de onderaannemer failliet is en dat hij geen nieuwe vindt? Dan kan het contract niet meer worden nagekomen en ontstaat het gevaar van ontbinding.
Slotsom: opdrachtgevers kunnen met de aanbevelingen van AIM zeker meewerken aan betere relatie tussen hoofdaannemer en onderaannemer, maar de branche zelf, en de bedrijven onderling, kunnen en moeten ook aan deze betere relatie werken.
Neem gerust
contact op wanneer u wilt weten wat er allemaal in de aanbesteding, en daarmee in het contract, kan worden uitgevraagd op het punt van gezonde afspraak hoofdaannemer en onderaannemer.